Leren in Utrecht

De eerste gastarbeiders, die naar Utrecht kwamen, wilden vooral Nederlands leren. Vrijwilligersgroepen, zoals de Werkgroep Internationaal Beleid organiseerden taallessen in Utrecht. Toen halverwege de 70-er jaren vrouwen en kinderen kwamen, ontstonden er andere onderwijsbehoeften. Vrouwen kregen Nederlandse les thuis of in buurthuizen van vrouwelijke vrijwilligers, bijvoorbeeld in Utrecht-West.

De kinderen moesten naar de lagere school of instromen in het voortgezet onderwijs. Omdat ze nog geen Nederlands spraken, ontstonden er in Utrecht specifieke opvangklassen en voor de oudere kinderen de Internationale Schakelklas, die kinderen eerst aanspreekbaar in het Nederlands maakten. Er kwamen onderwijzers uit de herkomstlanden, die kinderen les gaven in hun eigen taal en een spilfunctie vervulden tussen school en gezinnen. De jongeren kwamen aanvankelijk vooral terecht op technische scholen en in het vormingswerk, waar jongeren van 16 tot 18 jaar 2,5 dag per week naar school konden.

Later gingen kinderen ook naar MAVO, HAVO, VWO en vervolgens naar het Beroepsonderwijs en de universiteit. Vanaf de negentiger jaren ontstonden er steeds meer zwarte scholen en nieuwkomers werden verplicht inburgeringscursussen te volgen. In 1993 werd in Utrecht de eerste Islamitische school opgericht.

 

 


Maria Drewes in gesprek met Coby Klemann,
lesgeefster van het eerste uur.

 

 

 

Medewerkers van vormingscentrum Emmalaan
(klik op de foto om het document te openen en scroll daarin)